Tips voor vrijwilligers die werken met mensen die zorg nodig hebben (mensen met een zorgachtergrond)

Veel vrijwilligersorganisaties hebben besproken hoe organisaties het beste kunnen omgaan met vrijwilligers die misschien zelf zorg nodig hebben. We noemen dat ook wel ‘mensen die een rugzak dragen’. Een van deze gesprekken vond plaats bij het Vrijwilligerscentrum in Amsterdam. In 2019 organiseerde dit centrum een inspiratietafel met verschillende vrijwilligerscoördinatoren uit de zorg-, welzijns- en cultuursector. Voor organisaties die met vrijwilligers werken die een zorgachtergrond hebben en op verschillende functies werkzaam zijn, kunnen de volgende tips nuttig zijn:

  1. Onderwijs en opleiding. Omdat met specifieke doelgroepen gewerkt wordt, is het belangrijk dat vrijwilligers voldoende opleiding en training kunnen krijgen. Zo kunnen ze makkelijker omgaan met de problemen van mensen uit de doelgroep, en deze mensen goed begrijpen.
  2. Ondersteunend netwerk. Omdat er gewerkt wordt met mensen met verschillende achtergronden (denk hierbij aan cultuur, religie, nationaliteit, gender, of een zorgachtergrond), kan het werk van een vrijwilliger moeilijk en emotioneel uitdagend zijn. Het is belangrijk dat binnen de organisatie een ondersteunend netwerk is. Daarmee wordt een groep mensen bedoeld die op de achtergrond helpen helpt en onafhankelijk zijn. Ook kan het nuttig zijn om zo nu en dan even contact op te nemen met dat netwerk. De mensen in dit netwerk staan net wat verder buiten de organisatie en hebben dus geen functie die hun objectiviteit in de weg zal zitten.
  3. Grenzen stellen. Het is belangrijk om binnen de organisatie duidelijke grenzen te stellen en te zorgen dat die grenzen strak blijven. Door die grenzen is er een veilige situatie voor zowel de vrijwilligers als de doelgroep waarmee de vrijwilligers werken. Door functieprofielen te maken, kan heel precies worden beschreven welke taken een medewerker allemaal heeft. Zo weten medewerkers precies wat hun taken zijn en welke taken ze dus ook niet hoeven uit te voeren als ze dat niet willen. Ook helpt het om afspraken te maken over hoe je als organisatie omgaat met agressieve of onbeleefde cliënten.
  4. Empathie en respect. Zorg dat er binnen de organisatie een sfeer is waarin iedereen respect heeft voor elkaar als collega’s, en ook begrip toont. Op die manier wordt het makkelijker om een band op te bouwen met elkaar en te zorgen dat er vertrouwen is.
  5. Flexibiliteit en geduld. Als er in een organisatie gewerkt wordt met verschillende achtergronden (denk hierbij aan cultuur, religie, nationaliteit, gender, of een zorgachtergrond), kan dit ervoor zorgen dat dingen soms niet helemaal goed gaan. Het is dan ook belangrijk om mensen met veel problemen rustig te laten beginnen. Daarvoor is geduld nodig en moet je ook flexibel zijn. Voor deze mensen kunnen kleine stapjes al grote overwinningen zijn.
  6. Focus op kwaliteiten. Het is voor vrijwilligers met een zorgachtergrond soms al lastig genoeg om weer ergens opnieuw te moeten beginnen. Probeer je daarom samen met de vrijwilligers te richten op hun sterke kwaliteiten en niet alleen op de problemen. Daarnaast kunnen mensen ook gemotiveerd raken als er een nieuw talent van hen ontdekt wordt of als een eigenschap steeds beter wordt.
  7. Evaluatie en aanpassing. Om ervoor te zorgen dat goed wordt gelet op wat iedereen nodig heeft, is het belangrijk om regelmatig te checken hoe alles loopt. Dat kan met een evaluatie. Hierin kan gevraagd worden naar de activiteiten en de benadering in de organisatie. Het kan heel nuttig zijn om te luisteren naar de feedback en ervaringen van vrijwilligers, en iets te doen met wat ze zeggen.. Zo voelen vrijwilligers dat je naar ze luistert, en werkt de organisatie beter.